woordenschatschrift periode 3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Woord	Betekenis	Zin	Bron
1.Oorlogstribunaal	Bijzondere rechtbank die oorlogsmisdadigers berecht	Als Hitler de 2e wereldoorlog had overleefd dan werd hij nou en of in het oorlogstribunaal berecht.	Geschiedenis boek.
2.Vetorecht	Het recht om een besluit tegen te houden.	Hitler had tijdens zijn regime het vetorecht in handen.	Geschiedenis boek.
3.Vazalstaat	Staat die een andere staat dient.	Saudi-Arabie was vroeger ook een vazalstaat het werd bestuurd door Groot-Brittannië.	Geschiedenis boek.
4.Censuur	Toezicht vooraf op berichten.	Tijdens de 1e wereldoorlog was er strenge censuur.	Geschiedenis boek.
5.Kamikaze	Japanse zelfmoordpiloot.	Tijdens de oorlog van Japan met Amerika gebruikte Japan een kamikaze.	Geschiedenis boek.
6.Politionele actie	Nederlandse militaire operatie tegen Indonesië.	Tijdens de oorlog tussen Nederland en Indonesië,besloot Nederland tot politionele actie.	Geschiedenis boek.
7.Inheems	Uit het land zelf	Die winkel verkoopt echte inheemse vazen.	Tijdens Art lesàkunstgeschiedenis geleerd.
8.Cantainment	Amerikaanse politiek in de koude oorlog.	Tijdens de 2e wereldoorlog had Amerika een containment.	Geschiedenis boek.
9.Zionisme	Het streven naar een joodse staat.	De Israëliërs streven naar zionisme.	Geschiedenis boek.
10.Typerend	kenmerkend	Bij hem is het typerend dat hij altijd een pet draagt.	Geschiedenis boek.
11.Dubieus	Onzeker	Zij zag er wel heel dubieus uit tijdens het verhoor.	Het boek:High Fidelity.
12.Regime	Niet-democratische regering.	Gelukkig is de regering van Nederland het tegenovergestelde van een regime.	Geschiedenis boek.
13.Intififada	Opstand in Palestijnse verzetsbeweging.	De Palestijnse bevolking toonden verzet door middel van een intififada.	Geschiedenis boek.
14. Fundamentalisme	Godsdienstige stroming waar streng word gehouden aan de oude voorschriften.	Bij moslim Fundamentalisme,kin je bijvoorbeeld denken aan soenieten.	Geschiedenis boek.
15.Enclave	Gebied dat door de andere landen word omsloten.	Palestina en Israël zijn beide enclaves van elkaar.	Gechiedenis boek.
16.Sensatie	Toestand dat mensen enthousiast of verontwaardigd zijn.	Die nieuwe film zorgde voor een grote sensatie.	Leesboek:High Fidelity.
17.Firma	Bedrijf.	Die nieuwe firma,heeft veel winst opgeleverd.	Leesboek:High Fidelity.
18.Drassig	Moerassig.	Die weg is erg drassig.	leesboek:High Fidelity.
19.Orienteren	Zich richten op.	Hij oriënteert zich op zijn toekomst	Leesboek:High Fidelity.
20.Traliewerk	hek	Om de gevangenis zit een groot stuk aan traliewerk.	leesboek:High Fidelity
21.Pantser	Soort van bescherming van sterker materiaal.	Een schildpad draagt een soort van pantser.	Leesboek:High Fidelity.
22.Gegeneerd	Beschaamd	Hij voelde zich na die uitspraak erg gegeneerd.	leesboek:High Fidelity
23.Indolent	Traag	Hij reageerde erg indolent op mijn bericht.	Leesboek:High fidelity.
24.Plaveisel.	Bestrating	De plaveisel van deze straat was erg duur.	Leesboek:High Fidelity.
25. Meelijwekkend	Zielig	Die film die gedraaid was in de bioscoop is erg meelijwekkend.	Leesboek: High fidelity.
26.Repatrianten	Mensen die terugkeren naar hun vaderland.	Marokkanen die terug gaan naar Marokko zijn repatrianten	Leesboek:High Fidelity
27. Assimileren	Aanpassen	Allochtonen moeten leren om te  assimileren aan de Nederlandse gang van zaken.	Leesboek:High Fidelity.
28.Induvidualisering	Ontwikkeling in de samenleving waarbij het individu en zijn behoeften meer centraal komen te staan.	Op school word gewerkt aan individualisering maar natuurlijk niet als je groepsopdrachten moet maken.	Leesboek:High Fidelity.
29. Kraakbeweging	Beweging die de woningnood met directe actie wilde bestrijden;er worden woningen ‘’overgenomen”	In Amsterdam-oost is er sprake van een groot aantal kraakbewegingen.	Leesboek:High Fidelity
30.Wederopbouw	Het weer in orde maken van iets dat vernield is Voorbeelden	Na de gigantische aardbeving was er een wederopbouw.	Leesboek:High Fidelity.
31.Pompeus	pronkerig	Hij was erg pompeus in haar bijzijn.	Leesboek:High Fidelity.
32.Systematisch	Volgens het systeem	Alles in deze fabriek gebeurt systematisch	Leesboek:High fidelity.
33.Visualiseren	Iets beeldend voorstellen.	Hij is erg goed in het visualiseren van personen.	Leesboek:Zo is hij.
34.Epaulet	Schouderbedekking bij uniformen.	Hij kocht een jas met een glinsterende epaulet bij de schouders.	leesboek:Zo is hij.
35.Karikaturen	Beeldende werken, waarbij bepaalde trekken of kenmerken sterk overdreven zijn weergegeven met de bedoeling de afgebeelde te bespotten of om een komisch effect te bereiken	Tijdens Hitler zijn regime in Duitsland werden er verschillende karikaturen van hem gemaakt.	leesboek:Zo is hij.
36.Argeloos	Iemand die niet beseft wat er gaat gebeuren.	Argeloos stapte hij de achtbaan in.	leesboek:Zo is hij.
37.Bellemerd	Niet in staat zij iets te kunnen doen bijvoorbeeld door; handicap	Hij wordt belemmerd door zij handicap.	leesboek:zo is hij.
38.Ondoenlijk	Niet mogelijk	Op school is spieken tijden een examen ondoenlijk.	Leesboek:Zo is hij.
39.indertijd.	In de vroegere tijd.	Indertijd waren mensen niet zo erg afhankelijk van de sociale media als nu.	Leesboek:Zo is hij.
40.Proporties	Dimensie	Sommige mensen geloven in verschillende proporties.	Leesboek:Zo is hij.
41.Verloochenen	Ontkennen	Hij verloochende  alles tijdens zijn verhoor.	Leesboek:Zo is hij.
42.Wanorde	Ordeloosheid	Het leger vluchtte in wanorde.	Leesboek:Zo is hij.
43.Verzegelen	Bevestigen	Om de brief te verzegelen dient het ondertekend te worden.	leesboek:Zo is hij.
44.Totaliteit	Een geheel	Samen vormden zij een totalitaire staat.	Leesboek: Moordvrienden.
45.Wegzelilen	Zeilend ergens vandaan varen.	Samen zeilden zij weg van het onbekende eiland	Leesboek: Moordvrienden.
46.Trotseren	Moedig zijn,niet vluchten voor.	Moedig trotseerde hij zijn angst en stapte in de achtbaan.	Leesboek: Moordvrienden.
47.Onbeduidend	Weinig betekenend.	Jouw woorden zij altijd onbeduidend.	Leesboek: Moordvrienden.
48.Metaforen	Beeldspraak door middel van vergelijkingen.	En bekend metafoor is;”Het leven is net als kuilen en hobbels’’.	Geleerd tijden de Nederlandse les.
49.Neurotisch	Verschijnselen wat te maken heeft met nerveuze spanning.	Hij doet vaak neurotisch voor dat hij een presentatie moet opvoeren.	Leesboek: Moordvrienden.
50.Onaangewend	Niet toegepast	Dat gedrag is hier onaangewend.	Leesboek: Moordvrienden.
51.Ijverig	Iemand die iets super graag wil en goed voor inzet.	Ik ben erg ijverig als het gaat om school.	Leesboek: Moordvrienden.
52.Dikwijls	In veel gevallen.	Dikwijls spreekt hij uit eigen ervaring.	Leesboek: Moordvrienden.
53.Verstrengelen.	Iets in  elkaar vlechten.	Je kan ook je eigen mand verstrengelen.	Tijden Art les geleerd.
54.Onkreukbare	Betrouwbaar.	Mijn vriendin is erg onkreukbaar.	Leesboek: Moordvrienden.
55.Humaniteit	Menselijkheid	Hij toonde geen teken van humaniteit;het was een dier.	Leesboek: Moordvrienden.
56. Zijdelings.	Via een zijkant.	Hij passeerde zijn bestemming zijdelings	Leesboek: Moordvrienden.
57.Etherisch	Vluchtig	Dat is een etherische olie.	Tijdens scheikunde les geleerd.
58.Garron	Engelse benaming voor beschermer.	Hij is een echte garron in de ogen van zijn vriend.	Leesboek: Moordvrienden
59.Outsourcing	Het uitbesteden van werk aan bedrijven in het buitenland.	Amerika doet aan outsourcing  aan bedrijven in lagelonenlanden	Lesboek: Aardrijkskunde.
60.Kastenstelsel	Groepen/kasten waarin de bevolking van India is verdeeld	Als je behoort tot de 1e kaste van het kastenstelsel ben je welvarend.	Lesboek: Aardrijkskunde,
61.Vrijemarkteconomie	Dat bedrijven zelf mogen bepalen welke producten ze maken.	India kreeg een open economie; een  vrijemarkteconomie.	Lesboek: Aardrijkskunde
62.Duale economie	Economie met een modern ontwikkeld deel en ene traditioneel achtergebleven deel.	In India zie je duidelijk verschil tussen de duale economie in het land.	Lesboek: Aardrijkskunde
63.Kolonie	Een overzees gebiedsdeel van een Europees land.	De Nederlands- Antillen behoorde vroeger tot een kolonie van Europa.	Lesboek: Aardrijkskunde
64.Schiereiland	Gebied dat aan drie kantenten wordt begrensd door water.	Zuid-Azie is een goed voorbeeld van een schiereiland	Lesboek: Aardrijkskunde.
65.Valuta	De onderlinge waardeverhouding tussen de munteenheden van twee landen.	Het valuta tussen landen in Europa is allemaal:de Euro.	Lesboek:Economie
66. Productiemiddel	Arbeid,kapitaal, natuur	De productie middel geld behoort tot;kapitaal.	Lesboek: Aardrijkskunde
67.Infrastructuur	Alle voorzieningen die nodig zijn om personen,goederen of informatie te vervoeren.	Een voorbeeld van infrastructuur zij bussen.	Lesboek: Aardrijkskunde
68.Cultuurgebied	Gebied dat overeenkomsten heeft in cultuur.	Marokko is een cultuurgebied van Turkije.	Lesboek: Aardrijkskunde.
69. Ruwe grondstof	Een nog niet bewerkte grondstof uit de primaire sector.	Aardolie is een vorm van een ruwe grondstof.	Lesboek;Aardrijkskunde.
70.Formaliteiten	Legitimatiebewijzen.	Paspoort is een voorbeeld van een formaliteit.	Tijdens Aardrijkskunde  les geleerd.