Woordenschatschrift
Bronnen:At5,leesboek,opsporing
verzocht ,en school boeken:economie,scheikunde :de moeilijke woorden.
Woord
|
Betekenis
|
Zin
|
1.
Aannemer
|
Iemand die als beroep bouw opdrachten uitvoert.
|
Jan is een erg goede aannemer hij
gaat binnenkort mijn keuken vernieuwen.
|
2.
Evacuatie
|
Ontruimen, verlaten van een gebied
|
Vanwege een grote brand moesten
wij het gebouw evacueren.
|
3.
inventaris
|
Alle spullen in een gebouw,of een lijst daarvan.
|
Pak jij even de inventaris,zodat
ik kan zien of we nog wel ruimte hebben voor meer spullen.
|
4.
steiger
|
Houten aanleg plaats voor
boten,kan je over lopen.
|
Zet jij de boot even stil aan de
steiger.
|
5.
Welzijnsbeleid
|
Beleid om een betere omgeving te
hebben.
|
Volgens het welzijnsbeleid mag je
hier niet roken.
|
6.
leverancier
|
Iemand die als beroep goederen
levert aan winkels en bedrijven.
|
Zonder deze goede leverancier was
ons bedrijf allang al failliet.
|
7.
oxiderend
|
Stof die bij contact met zuurstof
in brand vliegt.
|
Deze stof is zeer oxiderend,hij
kan extreme brand veroorzaken.
|
8.
Inheems
|
Van het eigen land
|
De producten in dat winkeltje zijn
allemaal inheems.
|
9.
fiasco
|
Grote mislukking.
|
Helaas was Laura haar optreden een
grote fiasco.
|
10.
barbaar
|
Iemand die minacht of vernielt wat
jij waardevol vindt.
|
De barbaren vernielden de
museumschatten.
|
11.
Benepen
|
Met zeer beperkte meningen en veel
morele afkeuring.
|
Waarom denk jij toch altijd zo
benepen?
|
12.
meedogenloos
|
Zonder rekening te houden met
verdriet van anderen.
|
Jij denkt alleen aan jezelf je
bent erg meedogenloos.
|
13.
gecompliceerd
|
Ingewikkeld.
|
Die vragen op de toets waren erg
gecompliceerd.
|
14.
benijden
|
Graag iets willen wat een ander
heeft;jaloers zijn op.
|
Waarom benijd je haar?,jij gunt
ook niemand wat!
|
15.
Branche
|
Alle bedrijven in een zelfde
vakgebied samen.
|
Dat bedrijf bestaat uit een enorme
branche.
|
16.
Directe ruil
|
Als goederen tegen goederen worden
geruild.
|
Vroegen was er sprake van directe
ruil,je ruilde bijv. vis tegen een kip.
|
17.
Indirecte ruil
|
Als geld als ruilmiddel word gebruikt.
|
Nu is er sprake van indirecte ruil
je betaalt bij de kassa met geld.
|
18.
Giraal geld
|
Geld dat op je bankrekening staat.
|
Op haar bankrekening heeft zij
weinig giraal geld.
|
19.
Chartaal geld
|
Geld dat bestaat uit munten en
bankbiljetten.
|
Aan de kassa betaal je met
chartaal geld.
|
20.
Krediet saldo
|
Als je geld op je bank rekening
hebt(positief).
|
Zij heeft 600 euro aan krediet
saldo op haar rekening.
|
21.
Debet saldo
|
Als je rood staat op je
rekening.(in de min)
|
Zij heeft 600 euro aan debet saldo
op haar rekening.
|
22.
Mutaties
|
Af en bijschrijvingen op je bank
afschrift.
|
Laura haar mutaties op haar
bankafschrift klopten voor geen meter.
|
23.
Schaarste
|
Situatie waarin er een tekort is
aan iets.
|
In de woestijn is er een schaarste
aan water.
|
24.
welzijn
|
Mate waarin jij je gelukkig voelt.
|
Zonder welvaart heb je toch
welzijn.
|
25.
Secundaire goederen
|
Goederen die niet echt belangrijk
zijn.
|
Een computer behoort tot de
secundaire goederen.
|
26.
Primaire goederen
|
Goederen die wel nodig zijn.
|
Voedsel en water zijn voorbeelden
van primaire goederen.
|
27.
Stoffelijke goederen
|
Goederen die je kunt
aanraken.(producten)
|
Brood kan je aanraken en behoort
dus tot de stoffelijke goederen.
|
28.
Onstoffelijke goederen
|
Goederen die je niet kunt
aanraken.(diensten)
|
De diensten van een politie agent
is een voorbeeld van een onstoffelijke goed.
|
29.
Consumptie
|
Het kopen van producten om je
eigen behoeften te voorzien.
|
Als je producten koopt in de
winkel doe je aan consumptie.
|
30.
krakers
|
Personen die zich tot een gebied
vestigen zonder daartoe zijn te
gerechtigd.
|
Krakers hebben alle woningen in de
ze straat overgenomen.
|
31.
alternatieven
|
Iets anders wat je ook kunt doen.
|
Als dat mij niet lukt ga ik kijken
naar alle andere alternatieven.
|
32.
Evident
|
Zeer duidelijk.
|
De juf haar uitleg over de
evolutie theorie was zeer evident.
|
33.
bejegenen
|
Op een bepaalde manier met iemand
omgaan.
|
Hij werd vriendelijk bejegend.
|
34.
autonomie
|
Zelfstandigheid.
|
Dit is een montessori school alles
draait om de autonomie.
|
35
Chemische reactie
|
Als uit bepaalde stoffen nieuwe
stoffen ontstaan.
|
Nadat Laura de gele poeder in het
reageerbuis deed trad er een chemische reactie op.
|
36.
Zuivere stof
|
Als iets uit 1 stof bestaat.
|
Bij zuiver water spreken we van
een zuivere stof.
|
37.
Suspensie
|
Troebele vloeistof waarin deeltjes
van een vaste stof in zweven.
|
Chocomelk is een voorbeeld van een
suspensie.
|
38
emulsie
|
Ondoorzichtige troebele vloeistof
waarin druppels van een vloeistof in zweven.
|
Pindakaas is een voorbeeld van een
emulsie.
|
39
emulgator
|
Voeg je aan een emulsie toe zodat
het niet ontmengt.
|
Bij de pindaaas is emulgator
toegevoegd zo ontmengt de emulsie niet.
|
40.
extraheren
|
Scheidingmethode waarbij gebruik
word gemaakt van de oplosbaarheid van stoffen.
|
Theezakje in heet water doen is
een voorbeeld van extraheren.
|
41
oplosmiddel
|
Middel of stof waarin iets kan
oplossen.
|
Water is een voorbeeld van een
oplos middel,waarin suiker kan oplossen.
|
42
Homogene mengsel
|
Mengsel dat op het eerste gezicht
uit een stof bestaat.
|
Een munt van 50 cent is een voorbeeld van een homogene mengsel.
|
43
klimaatdiagram
|
Brengt de temperatuur
en neerslag van een klimaat in beeld.
|
Zoek jij even de klimaat diagram op de kaart van Afrika?
|
44verwering
|
Is het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei.
|
Bij veel bergen zie je dat er verwering ontstaat.
|
45
allochtoon
|
Iemand van wie beide ouders in het buitenland zijn geboren.
|
Nadia is een allochtoon.
|
46
autochtoon
|
Iemand van wie de ouders zijn geboren in de land waarin jij leeft.
|
Zij is een autochtoon haar ouders zij beide hier geboren.
|
47
Immigratie
|
Is het binnen kommen van een land.
|
De nieuwe buren zijn geïmmigreerd.
|
48
Emigratie
|
Is het verlaten van een land.
|
De nieuwe buren zij geëmigreerd.
|
49
pullfactoren
|
Redenen die een gebied aantrekkelijk maken.
|
Een voorbeeld van een pullfactor is het
werk.
|
50
Puschfactoren
|
Redenen om ergens weg te gaan.
|
Een voorbeeld van een pushfactor is te weinig werk.
|
51
mechanisatie
|
Het vervangen van mensen door machines.
|
In de industriële samenleven was er veel mechanisatie.
|
52
Totalitaire staat
|
Staat waarin er een leider is.
|
Stalin wilde vroeger liever een totalitaire staat maken van Rusland.
|
53
stuwingsregen
|
Regen dat ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte
|
Stuwingsregen kan alleen bij gebergtes.
|
54
Loefzijde
|
Windkant van
een gebergte.
|
Loefzijde is
de kant van de gebergete waar tegen lucht stijgt.
|
55
Ruimtelijke segregatie
|
Het apart
wonen van bevolkingsgroepen met
bepaalde kenmerken.
|
In Amerika is
er sprake van ruimtelijke segregatie een voorbeeld zijn de ‘’getto
buurten ‘’.
|
56
eeuwige sneeuw
|
Gebied waar
altijd sneeuw blijft liggen.
|
Vaak zie je op
bergtoppen eeuwig sneeuw.
|
57
Multiculturele samenleving
|
Een samenleving van
veel culturen door elkaar.
|
Nederland is een
voorbeeld van een multiculturele samenleving.
|
58
Etnische wijk
|
Woonwijk waar mensen
van een bepaalde groep wonen.
|
En voorbeeld van een
arme etnische wijk is een getto.
|
59
metropool
|
wereldstad
|
Amsterdam is een
voorbeeld van een metropool.
|
60
mutaties
|
Als er een plotselinge
verandering optreed van het genotype.
|
Bij Laura was er sprake
van een mutatie in haar cel hierbij veranderde haar erfelijke eigenschappen.
|
Er was eens een meisje
genaamd Laura ze woonde in een etnische
wijk. Daar voor was zij geëmigreerd naar
een andere land genaamd:suikerland. Maar zij wou toch maar liever naar
chocoladeland,dus ging zij daar ook naartoe. Zij had een aantal pullfactoren om weg te gaan ten eerste
woonde zij aan een grote berg aan de loefzijde daar ontstond altijd stuwingsregen dus smolt de suiker
waarvan haar huis gemaakt was in suikerland,ze had ook een aantal puschfactoren om juist wel naar
chocoladeland te gaan,chocolade was haar lievelings zoetigheid. En ook had zij
veel geld op haar bank zij had een positief
saldo op haar bank rekening staan,daarvoor had zij een debet saldo dat kwam doordat zij veel uit had gegeven aan mechanisatie in haar suikerbedrijf. In
haar bedrijf maakte zij zowel homogene mengsels en heterogene mengsels. Een voorbeeld van
een homogene mengsel was suikerwater. Maar nu woont ze inmiddels in
chocoladeland. Laura woonde voor grote bergen met eeuwige sneeuw op de toppen
die bestonden uit chocolade. Maar er waren ook bergtoppen die uit pindakaas
bestonden dit was een emulsie dus
Laura moet elke dag emulgator over
de bergen gooien dat kan zij heel makkelijk want zij kan ook toveren. Maar op
een dag stond zij op en zag ze dat er verwering
bij de bergen ontstaat. Dat vond zij heel erg want die grote berg zorgde dat
zij aan primaire goederen kwam zoals
chocolade als zij dat 1 dag niet at ging
zij dood. Maar er was een bepaald fee in chocoladeland die de verwering kon
tegengaan dus zij moest vriendelijk bejegenen
met haar. Dat was een van de alternatieven
die Laura had. De fee zij haar alleen te kunnen helpen met een bepaalde oplosmiddel,daarin was de fee zeer evident. De oplosmiddel was cacao.
Laura kon dit stoffelijke goed halen
in de majapapa boom. De fee legde aan haar uit hoe zij de boom kon vinden,maar
de informatie die zij gaf was erg gecompliceerd
Laura begreep het niet . Maar de fee was erg meedogenloos en zij dat ze moet gaan of anders zal zij haar niet
helpen. Dus liep zij helemaal alleen maar dat was zij wel gewend, want zij had
geleerd over autonomie,zij zat
tenslotte op suikerschool vroeger waarzij hadden geleerd om zelfstandig te
zijn.
Word vervolgd……..(Ooit J)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten